Inclusie en Diversiteit

Inclusie en Diversiteit gaan hand in hand. Je kunt niet werken aan diversiteit zonder inclusie te bevorderen. Inclusie komt voort uit diversiteit, en samen zorgen ze voor een sterke en gelijkwaardige samenleving. Diversiteit opent de deur, inclusie maakt het mogelijk dat iedereen door die deur gaat. 

Inclusie en diversiteit zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden. Diversiteit opent deuren, maar inclusie zorgt ervoor dat iedereen door die deuren kan gaan. Samen vormen ze de basis voor een rechtvaardige en sterke samenleving.

Inclusie betekent dat iedereen, ongeacht beperkingen of achtergrond, volwaardig kan deelnemen aan de samenleving. Het draait om gelijkwaardigheid, acceptatie en het benutten van ieders unieke talenten.

Kenmerken van inclusie:

• Gelijke kansen: Iedereen mag werken, wonen, leren en ontspannen zonder obstakels.
• Sterke relaties: Contact en respect tussen mensen, ongeacht verschillen.
• Talentontwikkeling: Iedereen krijgt de kans om zichzelf te ontwikkelen en bij te dragen.
• Toegankelijke ondersteuning: Hulp is beschikbaar, zodat niemand er alleen voor staat.

• Voor individuen: Inclusie geeft mensen het gevoel gewaardeerd te worden. Het versterkt zelfvertrouwen en relaties.
• Voor de samenleving: Een inclusieve samenleving is rechtvaardig, krachtig en gelukkiger. Iedereen leert van elkaar en draagt bij aan een gezamenlijke toekomst.

Diversiteit draait om de unieke verschillen tussen mensen, zoals leeftijd, gender, etniciteit, cultuur, talenten en overtuigingen. Het gaat om het erkennen en waarderen van die diversiteit.

Uitdagingen bij diversiteit:

• Vooroordelen: Mensen worden soms beoordeeld op één kenmerk, zoals huidskleur of beperking.
• Ongelijke kansen: Bijvoorbeeld vanwege afkomst, geaardheid of gender.

Diversiteit vraagt om actie. Het betekent dat we vooroordelen doorbreken en zorgen dat iedereen gelijke kansen krijgt.

Inclusie richt zich op diverse groepen die vaak worden buitengesloten:

1. Mensen met beperkingen: Fysiek, psychisch of chronisch ziek.
2. Minderheden: Cultureel, etnisch, of religieus.
3. LGBTQIA+ gemeenschap: Mensen met diverse genderidentiteiten en seksuele voorkeuren.
4. Ouderen en jongeren: Kwetsbaar vanwege leeftijd.
5. Sociaal-economisch kwetsbaren: Bijvoorbeeld mensen in armoede.
6. Personen met een afstand tot de arbeidsmarkt: Langdurig werklozen.
7. Andere gezinssituaties: Zoals alleenstaande ouders.

LGBTQIA+ uitgelegd:

• L: Lesbisch
• G: Gay
• B: Biseksueel
• T: Transgender
• Q: Queer
• I: Intersekse
• A: Aseksueel
• +: Overige identiteiten en oriëntaties.